De Vrienden van de Bavokerk dragen niet alleen zorg voor het eeuwenoude monument vanuit een cultuurhistorisch oogpunt, maar ook vanuit een ecologisch oogpunt. Wist je bijvoorbeeld dat de kerk ook een essentiële rol speelt in de lokale stadse ecologie? ’s Winters maken gewone dwergvleermuizen gebruik van de zolders in de kerk om de koude periode te overbruggen en in de zomer vliegen ze ’s nachts als donkere wolken rond de kappen en de toren. Op deze pagina vertellen wij, de vleermuiswerkgroep van de Vereniging Vrienden van de Grote of St. Bavokerk te Haarlem, over de vleermuizen in de Bavokerk en hoe milieu- en monumentenzorg op deze locatie hand in hand gaan.

Vleermuizen in Nederland

In Nederland leven zo’n zeventien verschillende soorten vleermuizen. Overdag slapen ze op veilige plekjes en ’s nachts jagen ze op insecten. Wat een veilig plekje is, verschilt per vleermuissoort. De ene soort verkiest een boom, de andere een stenen gebouw. De vleermuisstand staat onder druk door het verdwijnen van jachtgebied, minder insecten, minder verblijfsmogelijkheden maar ook door lichtverstoring. Het aantal oude bomen met gaten en holen vermindert, bestaande gebouwen worden beter geïsoleerd en nieuwe gebouwen hebben een gesloten schil.

Vleermuizen in de Problemen

Linksboven het orgel, tussen het houten plafond en de stenen muur heeft zich de afgelopen decennia een enorme winterkolonie gewone dwergvleermuizen opgehouden. Door een twintigste-eeuwse betonnen structuur die het orgel van bovenaf bescherming biedt, hadden de vleermuisjes – ze wegen slechts zo’n vijf gram en met opgevouwen vleugels zijn ze nog kleiner dan je duim – daar een uitvalsbasis waarvandaan ze op zoek konden naar voedsel en een partner. Omdat de vleermuizen door de grote kerkruimte vlogen, leverde dit echter twee problemen op: enerzijds vervuilden ze het historische interieur, met name het waardevolle Christian Müllerorgel, en anderzijds verdwaalden de vleermuizen op weg naar buiten waardoor ze zonder eten kwamen te zitten en overleden. Jaarlijks vond misschien wel 5 tot 10 procent van de Haarlemse populatie in deze kerk haar einde. Als je bedenkt dat deze vleermuizen hooguit één of twee jongen per jaar krijgen, is dat een enorme klap.

De Vleermuiswerkgroep

De vleermuiswerkgroep bestaat om de vleermuizen in en rond de kerk structureel te monitoren en daar naar te handelen door middel van opvang en eventuele gebouwtechnische ingrepen; zo zijn we erin geslaagd de sterfte sterk terug te dringen en ook het vervuilingsprobleem is zo goed als opgelost. We hebben de vleermuiskolonie uit hun vorige verblijf weten te lokken om het de vleermuizen vervolgens zo moeilijk mogelijk te maken om het hart van de kerk te bereiken. Daartegenover staat dat we twee nieuwe ruimtes voor hen hebben ingericht, compleet met speciale ingangen en grote koloniekasten. We streven er samen met de vele vrijwilligers en werknemers, die samen zorgdragen voor dit gebouw, naar om de verhuizing van de vleermuizen zo spoedig mogelijk te laten verlopen. Wie weet zien we dan zelfs binnenkort weer andere gebouwbewonende soorten als grootoren, meervleermuizen en laatvliegers terug op de zolder, zoals ze daar in de vorige eeuw ook nog rondvlogen!

Wil je meer weten?

Stuur dan een mail naar vleermuis@bavovrienden.nl

Translate »