In ‘Haarlem voor Bavo!’ voert de auteur de lezers mee naar het Haarlem van de jaren 1350-1550 om ze het bouwen van de Bavokerk, en daardoor vanzelf ook het leven in de middeleeuwse stad mee te laten maken. Terwijl de kerk gebouwd wordt, maakt de lezer kennis met familieleden die elkaar naar het leven staan, met wraak en weerwraak, moord, woelingen binnen de kerk en met de zich in de verte aandienende reformatie.

In het boek heerst een dubbele tijd-laag. De verzonnen ‘vaste cast’ rond pastoor-dagboekschrijver Jacob van Nieuwkercke wordt gedurende de 200 jaar van de bouw maar nauwelijks ouder. Een stoet aan werkelijk historische personen stapt het verhaal op de geëigende momenten binnen. Het zijn bouwmeesters, bisschoppen, boetepredikers, ketters, vorsten, plaatselijke adel, beeldend kunstenaars,  orgelbouwers, de Haarlemse Rederijkers.

Het boek besluit met vijf bijlagen die een aantal belangrijke elementen in het verhaal verdiepen met afbeeldingen van handschriften, muziek en gereconstrueerde interieurafbeeldingen. De feiten die aan deze spannende roman ten grondslag liggen, zijn opgenomen in een omvangrijk bronnen- en verwijzingsapparaat.